Ketose bij melkkoeien Ketose bij melkkoeien

Ketose bij melkkoeien

Ketose als gevolg van een negatieve energiebalans

Melkkoeien met een negatieve energiebalans hebben een grotere kans om klinische of subklinische ketose te krijgen. Ketose bij melkkoeien heeft schadelijke gevolgen voor de drogestofopname, de gezondheid, de vruchtbaarheid en de productiviteit van de lacterende koe. Uit recent onderzoek komt naar voren dat subklinische ketose bij rundvee veel vaker voorkomt dan klinische ketose.

Negatieve energiebalans bij melkvee kan leiden tot ketose

Maximaliseer de drogestofopname na het afkalven

Twee weken vóór het afkalven kunnen melkkoeien in een negatieve energiebalans terechtkomen door de groei van het kalf, het begin van de biestproductie en een sterke daling van de drogestofinname. Met name koeien met een lichaamsconditiescore van 4 of meer lopen gevaar. Melkkoeien met een negatieve energiebalans beginnen hun lichaamsvet te mobiliseren. Bij grootschalige mobilisatie van de vetreserves kunnen er problemen met de stofwisseling ontstaan doordat de lever de grote hoeveelheid vetzuren die uit het vetweefsel worden gemobiliseerd niet kan verwerken.

Verschijnselen van ketose bij melkkoeien

Deze verschijnselen kunnen wijzen op subklinische ketose bij melkkoeien:

  • Daling van de lichaamsconditiescore met meer dan 1,0 punt
  • Tegenvallende melkproductie in combinatie met een vet/eiwit-verhouding van meer dan 1,5
  • Lagere drogestofopname
  • Verminderde vruchtbaarheid

Wanneer goed op de negatieve energiebalans wordt gestuurd, kan dit de winstgevendheid van het bedrijf daarom sterk verbeteren.

Farm-O-San Pro Keto vermindert het risico op ketose
Ketose kan bij melkkoeien optreden als gevolg van een negatieve energiebalans

Droge koeien

De meeste problemen in de lactatiestart hebben te maken met de droogstandsperiode. Streef naar een droogstand van acht weken. Tijdens de eerste zes weken (‘far-off’) moet de inname van voer worden verminderd om te voorkomen dat de lichaamsconditiescore hoger dan 3,5 wordt.

Tijdens de laatste twee weken van de droogstand (‘close-up’) moet het voedingspatroon vergelijkbaar zijn met de voeding die na het afkalven wordt gegeven. Zorg dat de energiedichtheid van het voer hoog is. Dit biedt een gedeeltelijke compensatie voor de lagere drogestofopname direct na het afkalven. Een hoger energiegehalte vergroot de totale drogestofopname. Zorg voor voldoende glucogene energie. Als de voeding voldoende glucogene energie levert, zal de insulinespiegel stijgen. Een van de effecten van insuline is dat het de mobilisatie van vet tegengaat. Zorg voor een goede structuur en smaak van het rantsoen.

De opname van calcium tijdens de laatste twee weken voor het afkalven moet zo veel mogelijk worden beperkt. De magnesiumopname moet worden geoptimaliseerd.

Lichaamsconditiescore melkvee

Tijdens de droogstand moet de koe een lichaamsconditiescore van 3 tot 3,5 op een schaal tot 5 hebben. Voor moderne Holsteinkoeien ligt de streefwaarde op 3. Als de lichaamsconditiescore hoger dan 3,5 is, wordt het afkalven moeilijker en zal de drogestofopname na het afkalven lager zijn. Dit vergroot het risico op klinische en subklinische ketose, met alle gevolgen van dien. Het is normaal dat de lichaamsconditiescore na het afkalven afneemt, maar de score moet niet lager worden dan 2.

In de tweede helft van de lactatieperiode is er een risico dat de lichaamsconditiescore te hoog oploopt, waardoor de score bij het afkalven hoger dan 3,5 wordt.

HealthyLife: Een levenslange performance

Het verlengen van de levensduur van je melkkoeien is de sleutel tot succes. Met een beetje extra liefde en aandacht bereik je al een groot effect. Met het HealthyLife-programma word je uitgedaagd de prestaties van jouw melkveebedrijf duurzaam én winstgevend te verbeteren.